Het terugdringen van schijnzelfstandigheid betekent het aanpakken van situaties waarin iemand formeel als zelfstandige werkt, terwijl de feiten wijzen op een arbeidsovereenkomst. Het aantal zzp’ers is de afgelopen jaren sterk gestegen. Door het handhavingsmoratorium heeft dit geleid tot verschillende (ongewenste) gevolgen op de arbeidsmarkt.
Gevolgen en noodzaak van handhaving
Zo ontstaan onderaan de arbeidsmarkt situaties van gedwongen zelfstandigheid. Ook leidt dit tot oneerlijke concurrentie met werknemers en een hogere werkdruk binnen organisaties. Daarnaast ondermijnt de groei van zelfstandigen de draagkracht en solidariteit van het socialezekerheidsstelsel.
Handhaving tegen schijnzelfstandigheid is daarom een logische stap. Voor een effectieve aanpak is het echter essentieel dat er duidelijke kaders komen voor de beoordeling van arbeidsrelaties.
Arbeidsverhouding: beoordeling op basis van criteria
De arbeidsrechtelijke criteria voor de beoordeling van een arbeidsverhouding – en daarmee voor de kwalificatie als zelfstandige of werknemer – zijn divers.
In het Deliveroo-arrest (maart 2023) en in de prejudiciële vragen van de Uber-zaak (februari 2025) heeft de Hoge Raad benadrukt dat meerdere factoren in onderlinge samenhang moeten worden beoordeeld.
Voor de duidelijkheid gaat het om de volgende punten:
- De aard en duur van de werkzaamheden.
- De wijze waarop de werkzaamheden en werktijden worden vastgesteld.
- De mate van inbedding van het werk (en de werkende) in de organisatie en de bedrijfsvoering van de opdrachtgever.
- De (on)mogelijkheid om het werk door een ander te laten uitvoeren.
- De manier waarop de beloning wordt vastgesteld en uitbetaald.
- De hoogte van de beloning.
- Het al dan niet lopen van commercieel risico door de werkende.
De vraag of de werkende zich als ondernemer gedraagt of kan gedragen in het economisch verkeer (denk aan reputatie, acquisitie, fiscale behandeling, aantal opdrachtgevers en duur van opdrachten).
Beoordeling en wetsvoorstel
De Hoge Raad heeft in haar arrest wel de beoordelingskaders geschetst, maar geeft geen concrete handvatten voor hoe de beoordeling van arbeidsverhoudingen moet plaatsvinden. De Hoge Raad laat dit over aan de wetgever, die inmiddels een wetsvoorstel heeft ingediend: de Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (Wet VBAR).
Deze wet heeft als doel om een helder en eenduidig beoordelingskader te bieden en schijnzelfstandigheid terug te dringen.
Oorspronkelijke criteria van de Wet VBAR
In het oorspronkelijke wetsvoorstel VBAR werd uitgegaan van 2 hoofdcriteria:
- De aanwezigheid van werkinhoudelijke of organisatorische sturing door de werk- of opdrachtgever
- Het verrichten van arbeid voor eigen rekening en risico
Met andere woorden: enerzijds kenmerken van werknemerschap, anderzijds zelfstandigheidskenmerken. Wanneer beide in gelijke mate aanwezig zijn, wordt aanvullend gekeken naar aspecten van zelfstandig (extern) ondernemerschap.
Uber-zaak: invloed op beoordeling arbeidsrelaties
In antwoord op prejudiciële vragen in de zogeheten Uber-zaak oordeelde de Hoge Raad dat extern zelfstandig ondernemerschap wél als zelfstandig criterium moet worden beschouwd bij de beoordeling of sprake is van een arbeidsovereenkomst.
Een belangrijk gevolg van deze benadering is dat 2 arbeidsverhoudingen – met hetzelfde werk en bij dezelfde opdrachtgever – verschillend kunnen worden gekwalificeerd.
Op basis van dit oordeel van de Hoge Raad worden de criteria rond extern ondernemerschap in het wetsvoorstel VBAR nu als gelijkwaardig toetsingskader gehanteerd.
3 typen criteria in het wetsvoorstel VBAR
Het huidige wetsvoorstel VBAR bevat 3 typen criteria voor de beoordeling of sprake is van een werknemer of een zelfstandige:
- Werknemerschapscriteria
- Zelfstandigheidscriteria
- Kenmerken van extern ondernemerschap
Werknemerschapscriteria
Deze criteria gaan over de mate waarin de opdrachtgever bevoegd is om aanwijzingen en instructies te geven over de uitvoering van het werk en de mogelijkheid heeft om het werk te controleren en bij te sturen.
Een ander belangrijk kenmerk is het verrichten van werkzaamheden binnen het organisatorische kader van de opdrachtgever. Daarbij geldt wel dat niet elk organisatorisch kader automatisch duidt op werkgeversgezag.
Indicaties voor werknemerschap zijn bijvoorbeeld situaties waarin iemand zij aan zij werkt met werknemers en vergelijkbare werkzaamheden verricht.
Zelfstandigheidscriteria
Hierbij gaat het om omstandigheden waarin financiële risico’s en de verantwoordelijkheid voor het resultaat van het werk bij de opdrachtnemer liggen.
Andere indicaties voor zelfstandigheid zijn:
- De opdrachtnemer is zelf verantwoordelijk voor het gebruik en de beschikbaarheid van gereedschap, hulpmiddelen (zoals een pc) en materialen.
- De opdrachtnemer beschikt over specifieke kennis, opleiding en/of ervaring die niet of nauwelijks aanwezig is bij de opdrachtgever.
- De mate waarin de opdrachtnemer zich naar buiten toe kan profileren als zelfstandig ondernemer.
Kenmerken van extern ondernemerschap
Dit criterium betreft de vraag in hoeverre sprake is van kenmerken van zelfstandig ondernemerschap. Denk daarbij aan de volgende aspecten:
- De opdrachtnemer werkt voor meerdere opdrachtgevers.
- Er worden actief acquisitie- en netwerkinspanningen verricht om (nieuwe) opdrachten te verkrijgen.
- Er wordt geïnvesteerd in gereedschappen, hulpmiddelen en materialen.
- De opdrachtnemer heeft een bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering.
- Er is een inschrijving in het handelsregister voor de betreffende werkzaamheden.
- Er zijn andere uitingen van ondernemerschap, zoals een eigen website of visitekaartjes.
Rechtsvermoeden van werknemerschap
Naast de genoemde beoordelingscriteria bevat de Wet VBAR een rechtsvermoeden van werknemerschap. Dit betekent dat een zelfstandige die onder een bepaald uurtarief werkt, wordt vermoed in loondienst te zijn.
Het is vervolgens aan de opdrachtgever om te bewijzen dat er daadwerkelijk sprake is van ondernemerschap. Het minimumtarief voor zelfstandigen moet nog worden vastgesteld, maar dit zal naar verwachting rond de € 33 (exclusief btw) liggen.
Verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering
Een mogelijke toekomstige ontwikkeling is de introductie van een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen. Het voornemen hiervoor moet nog worden uitgewerkt in een concreet wetsvoorstel.
Het doel van dit beleid is om zelfstandigen beter te beschermen tegen de financiële gevolgen van arbeidsongeschiktheid. Omdat zo’n verzekering kosten met zich meebrengt, kan de verplichte verzekering de keuze voor zelfstandig ondernemerschap minder aantrekkelijk maken.
Waarom de Wet VBAR nodig is
De Wet VBAR heeft als doel duidelijkheid te scheppen over de beoordeling van arbeidsverhoudingen van zelfstandigen. Zoals eerder aangegeven is er al geruime tijd veel onduidelijkheid over dit onderwerp, waardoor een eenduidige aanpak zeer welkom is. De wetgever heeft dit dossier lange tijd laten liggen, wat heeft geleid tot onzekerheid bij zowel opdrachtgevers als opdrachtnemers.
Nieuw voorstel voor toetsing arbeidsrelaties
Een belangrijk onderdeel van de VBAR-criteria is de organisatorische inbedding van de zelfstandige als criterium voor werknemerschap. Dit zorgt nog steeds voor veel onzekerheid bij zzp’ers en opdrachtgevers.
Met het oog hierop hebben enkele politieke partijen begin april 2025 een alternatief voorstel gepresenteerd om arbeidsrelaties van zelfstandigen te toetsen. Dit voorstel hanteert 3 toetsen:
- Zelfstandigentoets: kenmerken van extern ondernemerschap (zie hierboven).
- Werkrelatietoets: is er sprake van hiërarchische controle, is er vrijheid in de uitvoering van het werk, werkt iemand vrijwillig als zelfstandige.
- Sociaal rechtsvermoeden: voor sectoren met een hoger risico op schijnzelfstandigheid kunnen specifieke afspraken worden gemaakt om misstanden te voorkomen.
Het is nog onzeker of dit alternatieve voorstel wordt aangenomen, maar het lijkt erop dat de discussie over de beoordeling van arbeidsrelaties bij zzp’ers voorlopig niet is afgerond.
Planning en handhaving
Het wetsvoorstel VBAR wordt naar verwachting rond de zomer aan de Tweede Kamer aangeboden. Vooralsnog is het de bedoeling dat het wetsvoorstel per 1 januari 2026 in werking treedt. Of deze datum wordt gehaald, is nog onzeker, ook vanwege het eerder genoemde alternatieve voorstel.
Intussen kan de Belastingdienst arbeidsverhoudingen beoordelen om vast te stellen of er sprake is van zelfstandig ondernemerschap of werknemerschap.
Praktische tips voor beoordeling arbeidsverhoudingen
Het is daarom raadzaam om de arbeidsverhoudingen binnen je organisatie te inventariseren en te beoordelen aan de hand van de criteria zoals samengevat in het Deliveroo-arrest.
Voor meer zekerheid over de kwalificatie van een arbeidsverhouding kun je gebruikmaken van de webmodule Arbeidsrelaties. Als opdrachtgever kun je hiermee een ondernemerscheck uitvoeren die helpt bij de beoordeling van arbeidsrelaties.