Eerste Kamer stemt in met Belastingplan 2024

De Eerste Kamer heeft ingestemd met de belastingplannen voor 2024. Een overzicht van de fiscale wijzigingen voor komend jaar.

Eerste Kamer stemt in met Belastingplan 2024

Werknemers houden meer netto-inkomen over

Werknemers betalen in 2024 minder belasting over hun inkomen en houden netto meer over. Ook werknemers met een hoger inkomen gaan er volgend jaar op vooruit. Deze stijging is alleen minder dan bij werknemers met een lager inkomen.

De jaarlijkse indexatie van heffingskortingen en schijfgrenzen is voor 2024 met 9,9% veel hoger dan in eerdere jaren. Hierdoor betalen werknemers in 2024 minder belasting.

Verruiming vrijstelling ov-abonnementen en voordeelurenkaarten

Het kabinet stelt voor om vanaf 1 januari 2024 het verstrekken en vergoeden van een ov-kaart vrij te stellen van loonheffingen. Met een ov-kaart wordt hier een ov-abonnement of voordeelurenkaart bedoeld. Voorwaarde is dat de werknemer de ov-kaart ook zakelijk gebruikt.

Er wordt geen onderscheid meer gemaakt tussen het vergoeden, verstrekken of ter beschikking stellen van een ov-kaart. De fiscale gevolgen zijn voor alle manieren gelijk. Gebruikt de werknemer het abonnement ook zakelijk? Dan hoeft de werkgever geen loonheffingenin te houden en af te dragen. Een werkgever hoeft dan ook niet meer na te gaan of de vergoeding niet hoger is dan de echte kosten van zakelijk gebruik. 

Loonkostenvoordelen doelgroep ouderen afgeschaft

Omdat de doelmatigheid van de regeling beperkt is, wordt het loonkostenvoordeel (LKV) voor oudere werknemers per 1 januari 2026 afgeschaft. Tot die tijd kunnen werkgevers het voordeel krijgen als ze werknemers in dienst nemen die een uitkering ontvangen van het UWV en 56 jaar of ouder zijn. Dit moet direct voorafgaand aan de indiensttreding gebeuren.

Verhogen onbelaste reiskostenvergoeding

Het kabinet wil het maximum van de onbelaste reiskostenvergoedingper 1 januari 2024 verhogen van € 0,21 naar € 0,23 per kilometer.

30%-regeling: beperking loon tot ‘Balkenende-norm’

De Eerste Kamer had vooral veel vragen over de versobering van de 30%-regeling. Per 1 januari 2023 wordt de keuze voor de vergoeding van de werkelijke extraterritoriale kosten of de 30%-regeling vastgelegd voor een kalenderjaar. Vanaf 1 januari 2024 wordt de 30%-regeling gemaximeerd, waardoor werkgevers maximaal 30 procent van het inkomen tot de WNT-norm (2023: 223.000 euro, ook wel de Balkenendenorm) belastingvrij kunnen verstrekken. Dit komt neer op een maximale belastingvrije vergoeding van 64.800 euro per jaar, gebaseerd op de WNT-norm van 2022. Als een werknemer niet het hele kalenderjaar in Nederland werkt, wordt het bedrag naar rato berekend.

Werkgevers kunnen nog steeds de werkelijke ET-kosten vergoeden als deze kosten hoger zijn dan 30 procent van het loon (tot maximaal de WNT-norm), maar dit moet worden aangetoond.

Er is een overgangsregeling voor werknemers voor wie de 30%-regeling in 2022 is toegepast; de aftoppingsmaatregel treedt voor hen pas in werking op 1 januari 2026. Voor werknemers die de 30%-regeling in 2023 gebruiken, geldt de overgangsregeling niet, omdat voor hen duidelijk is dat de aftoppingsmaatregel vanaf 2024 van kracht zal zijn.

Einde tijdelijke verruiming vrije ruimte werkkostenregeling

De vrije ruimte van de werkkostenregeling (WKR) is in 2023 eenmalig verruimd naar 3 procent over de eerste 400.000 euro. Met ingang van 1 januari 2024 is de vrije ruimte 1,92 procent over de eerste 400.000 euro van de loonsom en 1,18 procent over het meerdere.