Voor de beëindiging van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden moeten werkgever en werknemer een schriftelijke overeenkomst sluiten. Vaak heeft zo'n beëindigingsovereenkomst het karakter van een vaststellingsovereenkomst, ook wel afgekort als 'vso'. Anders dan bij ontbinding via de kantonrechter of opzegging via het UWV bestaat bij een einde met wederzijds goedvinden geen wettelijke aanspraak op een transitievergoeding. In plaats daar van betaalt de werkgever het loon een periode door en wordt de werknemer vrijgesteld van werk.