Flexwerkers mogen ook elders aan de slag

Werkgevers mogen zzp'ers, mensen met een kort contract en andere flexwerkers die ingehuurd worden voor klusjes, koeriersdiensten of andere platformbanen niet verhinderen om ook ergens anders te werken. Ook moeten ze flexwerkers meer zekerheid geven over hun rooster en mogen flexwerkers zonder gevolgen een opdracht weigeren die buiten die afgesproken werktijden valt. Flexwerkers moeten bovendien worden gecompenseerd als de werkgever een opdracht niet op tijd annuleert. Dat staat in een richtlijn over nieuwe vormen van werk waar het Europees Parlement mee heeft ingestemd. Sancties Op het moment klagen veel flexwerkers over de santies die ze krijgen opgelegd als ze een klus weigeren, bijvoorbeeld omdat de werkgever ze op veel te korte termijn vraagt te komen. Als de nieuwe wet in werking treedt kunnen bedrijven oproepkrachten niet meer verbieden opdrachten te weigeren of ze om die reden sancties opleggen. Ook kan de flexwerker geen negatieve gevolgen meer verwachten als hij hij buiten zijn ingeroosterde dagen  of uren werk aanneemt van een concurrent. Wordt een opdracht niet op tijd afgezegd, waardoor de flexwerker geen ander werk meer kan aannemen, moet de werkgever de flexwerker compenseren. Lees ook: Flexwerker in EU krijgt meer rechten Platformeconomie Eurocommissaris Marianne Thyssen (sociale zaken) zei in het Europees Parlement dat ze 'nieuwe vormen van arbeid in de platformeconomie' niet wil verbieden. Maar flexibele arbeidskrachten horen volgens haar een 'minimum aan voorspelbaarheid' te krijgen, zodat ze beter weten waar ze aan toe zijn.Ze is trots op de nieuwe wetgeving, omdat deze volgens haar geen buitensporige lastendruk voor bedrijven oplevert. Beperkingen Het Europarlement ziet nog wel tekortkomingen in deze nieuwe wetgeving. Zo de wet alleen van toepassing wordt op tijdelijke werknemers die minstens drie uur per week én gemiddeld tenminste twaalf uur per vier weken werken. Mensen met een contract voor 2 of 3 halve dagen vallen daarmee al snel buiten deze wet. Traditioneel zijn dat juist de kwetsbaardere groepen: vrouwen, jongeren en mensen met een arbeidsbeperking.