De Centrale Raad van Beroep oordeelt in zijn uitspraak van 23 maart 2016 dat het de uitdrukkelijke bedoeling van de wetgever is geweest om bij de vaststelling van het WW-dagloon zoveel mogelijk uit te gaan van de loonopgave van de werkgever over wat in het refertejaar daadwerkelijk is uitbetaald in de dienstbetrekking waaruit de werknemer werkloos is geworden.