
Nadat het pensioenakkoord werd bereikt, was er alleen nog een principeovereenkomst. Er lag nog niets vast in de wet. Als eerste moest minister Koolmees zorgen dat de wet die maakte dat de AOW-gerechtigde leeftijd omhoog ging naar 66 jaar en 8 maanden werd aangepast. Dit is gedaan door middel van een spoedreparatie. Daarnaast is er een roadmap gepubliceerd. In die roadmap valt te lezen welke wet- en regelgeving we de komende jaren mogen verwachten.
De eerste was de Wet bedrag ineens bij pensioen, versoepeling RVU en verlofsparen. Deze wet geeft mensen meer keuzeopties op het moment van de pensioendatum. Zo kunnen zij -als het wetsvoorstel wordt aangenomen – een beperkt deel van het opgebouwde pensioenvermogen opnemen als een bedrag ineens. Ook komen er meer mogelijkheden om eerder te stoppen met werken. Als de wetgeving het haalt door de Kamers, zal deze al in 2021 ingaan. Ver voordat we naar het nieuwe pensioenstelsel overgaan.
Lees ook: Chris Baelemans: ‘Als mensen denken nu alle pensioenantwoorden te krijgen, moet ik ze teleurstellen’
Bedrag ineens
Iedereen die pensioen heeft opgebouwd, krijgt de mogelijkheid om maximaal 10 procent in één keer op te nemen. Dat geld mogen zij naar eigen inzicht besteden: van een grote reis tot het aflossen van de hypotheek. Ook bevroren pensioen in eigen beheer, nettopensioen, oudedagsvoorzieningen opgebouwd in de derde pijler en nettolijfrente mogen op deze manier worden opgenomen.
De gedeeltelijke afkoop moet wel op de ingangsdatum van het pensioen plaatsvinden. Als de pensioenovereenkomst of pensioenregeling de mogelijkheid van een hoog-laagconstructie biedt, mag er bovendien alleen een bedrag worden opgenomen als de pensioengerechtigde als er geen gebruik wordt gemaakt van de hoog-laagconstructie. Het is niet toegestaan om een bedrag op te nemen als dat betekent dat de pensioenuitkering daarna onder de afkoopgrens (zie: Pensioenwet en de Wet verplichte pensioenregeling) ligt. Dit onderdeel van het wetsvoorstel gaat later, namelijk in 2022, in.
Lees ook: Vanaf 2021 wordt het pensioen anders verdeeld bij scheiding
Tijdelijke versoepeling RVU-heffing
Veel werkgevers willen graag in de jaren voor het bereiken van de AOW-leeftijd hun werknemers een bedrag meegeven. Zo wordt het gat tussen de pensioenleeftijd en de aow-leeftijd opgevangen. Dat bedrag is, na vermindering met de loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen, gelijk aan het nettobedrag van de AOW-uitkering (netto-AOW). Over dat bedrag is nu de RVU-heffing verschuldigd. De werkgever betaalt dit. In de nieuwe wet wordt deze RVU-heffing tijdelijk stopgezet. De vrijstelling wordt jaarlijks bijgesteld aan de hand van wijzigingen in de hoogte van de AOW-uitkering. De hoogte van de vrijstelling blijft dus feitelijk gekoppeld aan de netto-AOW. Op deze manier kan de werknemer met pensioen zonder met een inkomensgat te zitten, een soort ‘VUT’. Deze overgangsmaatregel is tijdelijk. Hij eindigt in 2026.
Lees ook: Eerste uitwerking pensioenakkoord online
Uitbreiding fiscale ruimte verlofsparen
Werknemer mogen nu maximaal voor 50 weken fiscaal gefaciliteerd vakantieverlof en compensatieverlof sparen. Deze fiscale grens wordt verhoogd naar 100 weken. Werkgevers kunnen extra verlof toezeggen door bijvoorbeeld overwerk of ploegendiensten (deels) te belonen met extra verlofopbouw. Nu moet over elk verlofuur boven de 50 weken direct loonheffing worden afdragen. Door die grens naar 100 te verleggen, kunnen mensen verlof opsparen om eerder te stoppen met werken. Het verlof mag overigens ook anders worden ingezet, bijvoorbeeld om een opleiding te volgen of een sabbatical te nemen.