Het kabinet heeft de bedragen voor het minimumloon in 2022 gepubliceerd in de Staatscourant.
De brutobedragen van het wettelijk minimumloon en het minimumjeugdloon worden doorgaans tweemaal per jaar aangepast, per 1 januari en per 1 juli.
Lees ook: 5 veranderingen in sociale zaken in 2022
Minimumloon met ingang van 1 januari 2022
Tabel 1: Minimumloon per maand vanaf 1 januari 2022
Minimum uurloon
Hoeveel een werknemer minimaal per uur verdient, hangt af van zijn leeftijd, de cao-afspraken voor de sector waarin hij werkzaam is en het aantal uren dat hij per week werkt. Zo bedraagt het minimumuurloon voor een werknemer van 21 jaar en ouder 10,48 euro bruto per uur bij een 38-urige werkweek. Iemand die veertig uur per week werkt, moet per uur minimaal 9,96 euro verdienen.
Tabel 2: Minimumloon per uur bij een volledige werkweek
De uurlonen in de tabel zijn naar boven afgerond. Omrekenen leidt tot een iets hoger bedrag per dag, week of maand dan het wettelijke minimum. In de tabel per maand, week en dag vindt u de officiële bedragen.
Meer loon bij krapte?
Als het aan vakbond FNV ligt, gaan Nederlandse werknemers volgend jaar meer verdienen. Vlak voor Prinsjesdag 2021 kwam de vakbond met een looneis van honderd euro bruto per maand extra voor iedere werknemer. Door deze centrale looneis zou de loonkloof relatief kleiner worden. Voor iemand die het minimumloon verdient betekent honderd euro extra namelijk een loonsverhoging van 7,9 procent terwijl het voor iemand met een modaal salaris 5,5 procent meer loon is en voor werknemers met drie keer modaal 3,1 procent meer.
De vakbond verwacht een sterke onderhandelingspositie te hebben door de krapte op de arbeidsmarkt.
Lees ook: Gemiddeld 10 euro extra op de loonstrookje dit jaar
Minder mensen zijn bereid om meer uren te werken
Ook werkgeversorganisatie VNO-NCW weet dat er sprake is van krapte op de arbeidsmarkt. Daarom vinden de werkgevers het juist belangrijk dat ‘we met elkaar zorgen dat iedereen die nog niet werkt, kan gaan werken of meer uren kan gaan maken. Ook zou het zaak zijn dat de productiviteit wordt verhoogd door innovatie en digitalisering’.
De groep die meer uren wil draaien op het werk is echter juist aan het krimpen. Onderzoekers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) zien al een dalende trend sinds 2015. In het tweede kwartaal van 2020 was even een stijging te zien ten opzichte van een jaar eerder, maar in hetzelfde kwartaal in 2021 zette de daling weer voort.
In het tweede kwartaal van 2021 wilden 759.000 werkenden meer uren draaien, 54.000 minder dan in dezelfde periode een jaar eerder. De groep die minder wilde werken, groeide juist met ditzelfde aantal, tot 682.000.
De mensen die meer willen werken, draaien gemiddeld 21 uur per week en willen daar 12 uur aan toevoegen. Het gaat relatief vaak om jongeren. Onder de mensen die hun werkweek willen verlengen, zijn er veel met een bedrijfseconomisch of administratief beroep. Andere grote groepen met deze wens zijn werknemers in de zorg en met dienstverlenende beroepen, zoals schoonmakers en barpersoneel.
Bronnen: Rijksoverheid.nl en PWnet.nl