
Na de relatief hoge groei van het aantal flex-uren in de afgelopen vier jaar valt het groeitempo zowel in 2019 als in 2020 sterk terug. Voor 2019 wordt een lichte volumegroei van 1 procent verwacht, terwijl de groei in 2020 mogelijk omslaat naar een kleine krimp. Dit komt vooral door de lagere economische groeiverwachtingen voor zowel dit als volgend jaar, de aanhoudend krappe arbeidsmarkt en de invoering van nieuwe wetgeving. Zo stelt de ING in hun publicatie over de flexmarkt.
Sectoren als de industrie en logistiek – belangrijke afnemers van flexwerkers – groeien minder hard waardoor de vraag naar flexwerkers afneemt. Bovendien nemen bedrijven door de krapte op de arbeidsmarkt weer vaker personeel aan in vaste dienst. Daarnaast kampt de flexbranche (uitzendbureaus, bemiddelaars en payrollers) zelf ook met de krappe arbeidsmarkt, waardoor het ook voor bijvoorbeeld uitzenders moeilijker is om personeel te vinden. Deze factoren zorgen er voor dat de flexbranche niet langer de groeimotor is binnen de zakelijke dienstverlening.
Lees ook: WAB uitgelegd: flexwerkers en oproepers
Minder flexwerkers nodig
Doordat de flexbranche zeer conjunctuurgevoelig is, reageert het snel op veranderende economische omstandigheden. Het is dan ook niet vreemd dat de urengroei over het hoogtepunt is. In de afgelopen vier jaar groeide de economie jaarlijks met meer dan 2 procent en kwamen er in de uitzendbranche gemiddeld 59.000 banen per jaar bij. Voor 2019 en 2020 verwacht het UWV een fors lagere banengroei met gemiddeld 15.000 banen per jaar.
Duurdere flexwerkers
De aanhoudend krappe arbeidsmarkt biedt uitzenders ruimte om de prijzen te verhogen. Tot 2017 gebeurde dit nog mondjesmaat, maar in het topjaar 2018 stegen de prijzen met circa 4 procent. Vanwege de aanhoudende krapte wordt voor 2019 wederom een prijsstijging verwacht, zij het minder hoog dan in 2018.
Roerige tijden voor de flexbranche
De flexbranche staat momenteel voor een aantal grote uitdagingen. Allereerst is daar de krappe arbeidsmarkt die mede door de vergrijzing voorlopig aanhoudt, omdat oudere werknemers uitstromen. Om aan de vraag naar flexwerkers te kunnen blijven voldoen moet de flexbranche zelf met oplossingen komen. Voor uitzendbureaus is dit bijvoorbeeld het zelf opleiden van personeel. Daarnaast kan winst worden behaald door uitzendkrachten te stimuleren meer uren per week of een langere periode als uitzendkracht te werken. Uit de Uitzendmonitor 2018 van de ABU blijkt dat uitzendkrachten gemiddeld 30 uur per week en 137 dagen per jaar werken. Verder heeft de sector te maken met concurrentie van online platformen als Deliveroo en Temper. Om concurrerend te blijven zal de sector in digitalisering moeten investeren.
Lees ook: Voor het eerst in 10 jaar minder flexwerkers
WAB verandert flex
Een derde uitdaging betreft de invoering van de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) per 1 januari 2020. Met deze wet wordt onder andere flexibel personeel duurder dan nu het geval is. Dit heeft gevolgen voor de gehele flexbranche, al wordt naar verwachting vooral payrolling hard getroffen. Vooral payrollkrachten worden duurder doordat ze dezelfde rechten krijgen als werknemers in vaste dienst bij het bedrijf waar ze werken. Aangezien de behoefte aan flexibel personeel niet verdwijnt is de kans groot dat er een verschuiving in de vraag plaatsvindt van payroll naar uitzenders en/of zzp’ers. Hoe groot dit effect zal zijn hangt mede af van de inhoud van de nieuwe Wet DBA (voor zzp’ers), welke later dit jaar bekend wordt gemaakt.
Bron: ING