
De rekenregels waarin de gevolgen zijn verwerkt van aanpassingen in het bruto wettelijk minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 januari 2019 voor uitkeringsbedragen en grondslagen op het minimumniveau, zijn gepubliceerd.
In deze rekenregels zijn de gevolgen verwerkt van aanpassingen in het bruto wettelijk minimumloon per 1 januari 2019 voor uitkeringsbedragen en grondslagen op het minimumniveau. Ook zijn de belangrijkste beleidswijzigingen met betrekking tot deze uitkeringsbedragen opgenomen.
Dagloon
Het afgeronde (bruto)minimumloon per 1 januari 2019 gaat met 1,35% omhoog. De daglonen van de uitkeringen WAO/WIA, WW en ZW stijgen per 1 januari met hetzelfde percentage.
Het maximumdagloon wordt per 1 januari 2019 vastgesteld op € 214,28 per dag.
Het maximumpremieloon werknemersverzekeringen staat gedurende 2019 vast op € 55.927 op jaarbasis. Het jaarbedrag wordt afgerond naar beneden op hele euro’s.
Minimum(jeugd)loon
De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 januari 2019 (bruto per maand, per week en per dag, in euro’s, exclusief vakantietoeslag):
- vanaf 22 jaar: € 1.615,80 per maand – € 372,90 per week – € 74,58 per dag
- 21 jaar: € 1.373,45 per maand – € 316,95 per week – € 63,39 per dag
- 20 jaar: € 1.131,05 per maand – € 261,05 per week – € 52,21 per dag
- 19 jaar: € 888,70 per maand – € 205,10 per week – € 41,02 per dag
- 18 jaar: € 767,50 per maand – € 177,15 per week – € 35,43 per dag
- 17 jaar: € 638,25 per maand – € 147,30 per week – € 29,46 per dag
- 16 jaar: € 557,45 per maand – € 128,65 per week – € 25,73 per dag
- 15 jaar: € 484,75 per maand – € 111,85 per week – € 22,37 per dag
LIV en jeugd-LIV
De uurlooncriteria voor het LIV volgen de stijging van het minimumloon ten opzichte van 1 januari 2018. Die stijging bedraagt 2,395% op jaarbasis.
Uurlooncriteria voor het LIV in 2019:
- Hoge tegemoetkoming LIV € 10,05 t/m € 11,07 bruto per uur
- Lage tegemoetkoming LIV € 11,07 t/m € 12,58 bruto per uur
In de rekenregels per 1 juli 2019 volgen de criteria voor het minimumjeugdloonvoordeel (jeugd-LIV) in 2019.
Gemiddelde premie sectorfondsen
De over uitkeringen te heffen sectorpremie bedraagt per 1 januari 2019 0,77%.
Het gemiddelde percentage geldt niet wanneer de uitvoeringsinstelling de uitkering via de werkgever betaalt. In dat geval worden de bedrijfstakpercentages toegepast.
(Premie)grenzen per 1 januari 2019
- Lengte eerste schijf € 20.384 per jaar
- Lengte tweede schijf € 13.916 per jaar
- Lengte derde schijf € 34.207 per jaar
- Algemene heffingskorting < pensioengerechtigde leeftijd € 2.477 per jaar
- Algemene heffingskorting > pensioengerechtigde leeftijd € 1.268 per jaar
- Jonggehandicaptenkorting € 737 per jaar
- Werknemersverzekeringen max. premie-inkomensgrens:
€ 215,10 per dag
€ 1.075,51 per week
€ 4.302,07 per 4 weken
€ 4.660,58 per maand - Zorgverzekeringswet max. premie-inkomensgrens € 55.927 per jaar
Mutaties premies 2019 t.o.v. 2018 (in procenten)
Premiepercentages
AOW 2018: 17,90 2019: 17,90 mutatie: 0,00
Anw 2018: 0,10 2019: 0,10 mutatie: 0,00
Wlz 2018: 9,65 2019: 9,65 mutatie: 0,00
a. WAO/WIA-basispremie (Aof) 2018: 6,27 2019: 6,46 mutatie 0,19
b. Whk-rekenpremie (Werkhervattingskas) 2018: 1,22 2019: 1,24 mutatie: 0,02
c. AWf-premie 2018: 2,85 2019: 3,60 mutatie: 0,75
d. Sectorfondspremie gemiddeld 2018: 1,28 2019: 0,77 mutatie: -0,51
e. Vervangende sectorpremie 2018: 1,37 2019: 0,77 mutatie: -0,60
UFO-premie 2018: 0,78 2019: 0,78 mutatie: 0,00
Werkgeversbijdrage kinderopvang 2018: 0,50 2019: 0,50 mutatie: 0,00
f1. Zvw-inkomensafhankelijke bijdrage: werkgeversheffing 2018: 6,90 2019: 6,95 mutatie: 0,05
f2. Zvw-inkomensafhankelijke bijdrage: 2018: 5,65 2019: 5,70 mutatie: 0,05
g. Werkgeverspremies Caribisch Nederland 2018: 18,40 2019: 13,40 mutatie: -5,00
Bedragen in euro’s
h. Maximumpremieloon werknemersverzekeringen en maximumbijdrageloon Zvw 2018: €54.614 2019: €55.927 mutatie: €1.313
Toelichting mutaties
- In het basispad van het Regeerakkoord zit voor 2019 een stijging van de basispremie WAO/WIA (Aof-premie), voornamelijk vanwege het compenseren van zorgpremies. Op basis van de augustusbesluitvorming is die compensatie nog iets groter uitgevallen. Daarnaast wordt de basispremie iets verlaagd om te compenseren voor het feit dat de Whk-premie door UWV iets hoger is vastgesteld dan verwacht.
- De Whk-rekenpremie is voor 2019 door UWV iets hoger vastgesteld dan in 2018.
- De stijging van de AWf-premie in 2019 zat grotendeels al in het basispad van het Regeerakkoord (onder meer invoering van de compensatieregeling transitievergoeding bij arbeidsongeschiktheid). Daarnaast wordt de AWf-premie verhoogd omdat de gemiddelde sectorfondspremies door UWV lager zijn vastgesteld dan verwacht.
- De gemiddelde sectorfondspremie is 0,51 procentpunt lager vastgesteld dan in 2018, onder meer ter voorbereiding op de invoering van de Wet arbeidsmarkt in balans.
- Met ingang van 2019 is de vervangende sectorpremie (de premie die wordt geheven over Wsw-loon en over uitkeringen) niet langer gelijk aan de gemiddelde sectorpremie van het voorgaande jaar, maar aan de gemiddelde sectorpremie van het huidige jaar.
- In de begroting van VWS worden de tarieven voor de inkomensafhankelijke bijdrage voor de Zvw toegelicht.
- De werkgeverspremies op Caribisch Nederland worden 5 procentpunt lager vastgesteld dan in 2018. Tegelijkertijd wordt het plaatselijk wettelijk minimumloon met 5 procent verhoogd. Hiermee wordt een hoger WML bewerkstelligd, op een voor de werkgever vrijwel kostenneutrale manier.
- Het maximumpremieloon voor de werknemersverzekeringen en het maximumbijdrageloon voor de Zvw is geïndexeerd conform het wettelijk minimumloon per dag (WKA).