
Als een fout wordt gemaakt in de loonadministratie, waardoor een werknemer in aanmerking komt voor het lage-inkomensvoordeel (LIV) en deze fout na de peildatum van de definitieve beschikking (1 mei) herstelt, moet de werkgever de LIV dan terugbetalen? Minister Koolmees van Sociale Zaken beantwoordt Kamervragen hierover. Ook gaat hij in op vragen over het jeugd-LIV en vragen over LIV voor Europese werknemers.
De werkgever kan gemaakte fouten in de loonaangifte corrigeren voor 1 mei van elk kalenderjaar volgend op het jaar waarover de berekening is gemaakt. Indien achteraf blijkt dat de toekenning heeft plaatsgevonden op basis van onjuiste gegevens, kan de beschikking worden herzien ten nadele van de werkgever of gewezen werkgever.
Een herziening is uitsluitend mogelijk indien de onjuistheid van de beschikking een gevolg is van een feit dat aan de werkgever of de gewezen werkgever kan worden toegerekend of de werkgever of de gewezen werkgever redelijkerwijs kenbaar had kunnen zijn. Daarnaast kan een bestuurlijke boete worden opgelegd.
Voorlopige berekeningen LIV
Het versturen van de voorlopige berekeningen is succesvol verlopen. Alle circa 93.500 werkgevers hebben tijdig, voor 15 maart 2018, de voorlopige berekening LIV ontvangen ten behoeve van circa 400.000 werknemers.
De huidige mijlpalenplanning voor dit jaar is als volgt:
- 1 juni 2018 is de ICT ‘beschikken en uitbetalen LIV’ getest en gereed. De beschikkingen en uitbetalingen zullen, conform de wettelijke termijnen, respectievelijk voor 1 augustus en 14 september a.s. worden gerealiseerd. Het bijbehorende implementatieplan en het productiedraaiboek zijn gereed.
- De ICT t.b.v. ‘Bezwaar LIV’ zal uiterlijk 31 augustus 2018 worden gerealiseerd.
De wet beoogt dat het LIV aan de werkgever wordt toegekend. Het is aan die werkgever om te besluiten of en hoe hij het LIV verder inzet. De wet stelt daar verder geen eisen aan.
LIV voor Europese werknemers die in NL werken
Vindt u het wenselijk dat een loonkostensubsidie verschaft wordt door de Nederlandse fiscus aan tijdelijke werknemers van buiten Nederland?
Het lage-inkomensvoordeel wordt uitbetaald aan werkgevers en niet aan de werknemers. Daarnaast is het vrije verkeer van personen één van de belangrijkste pijlers van een verenigd Europa. Dat betekent dat nationale wetgeving niet discriminerend mag uitwerken voor Europese werknemers die in Nederland komen werken. In dit licht mag het lage-inkomensvoordeel werknemers uit andere Europese landen die hier komen werken niet worden onthouden.
Onderkant arbeidsmarkt
Het LIV beoogt het met een gerichte lastenverlichting aan de onderkant van de arbeidsmarkt voor werkgevers financieel aantrekkelijker te maken om mensen met een loon tussen 100% en 125% van het minimumloon in dienst te nemen en te houden. Op deze manier worden de lasten op arbeid lager en nemen de kansen op werk aan de onderkant van de arbeidsmarkt toe zonder dat dit ten koste gaat van de inkomenszekerheid van werknemers. Dit geldt zeker ook voor de detailhandel en grootwinkelbedrijf (waaronder supermarkten), waar de marges vaak klein zijn en de loonkosten een relatief groot onderdeel uitmaken van de totale bedrijfskosten.
Jeugd-LIV
De eerste betaling van het LIV zal uiterlijk medio september 2018 zijn en voor het jeugd-LIV een jaar later.
De jeugd-LIV is bedoeld om werkgevers te compenseren voor de verhoging van het minimumjeugdloon. De eerste verhoging heeft namelijk plaatsgevonden op 1 juli 2017. Deze zomer wordt een evaluatie uitgevoerd naar de effecten van de eerste verhoging van het minimumjeugdloon per 1 juli 2017. De uitkomsten hiervan voorzien van een reactie van de minister naar verwachting voor het einde van het jaar aan de Tweede Kamer doen toekomen.
Beantwoording Kamervragen over lage-inkomensvoordeel (LIV)
Herstel fouten Handboek Loonheffingen
De Belastingdienst corrigeert een aantal fouten met betrekking tot het LIV en jeugd-LIV in het Handboek Loonheffingen.
26 Loonkostenvoordelen, lage-inkomensvoordeel (LIV) en jeugd-LIV
Paragraaf |
Publicatiedatum |
Wijziging |
29-05-2018 |
In deze paragrafen stond dat de Belastingdienst het loonkostenvoordeel, LIV en jeugd-LIV overmaken naar het rekeningnummer dat hoort bij het laagste subnummer. Dit was niet juist. De fiscus maakt de bedragen over naar het rekeningnummer dat hoort bij subnummer L01. Als de Belastingdienst dat rekeningnummer niet heeft, dan krijgt u van de fiscus een formulier waarmee u dit rekeningnummer kunt doorgeven. Dit is aangepast. |
|
29-05-2018 |
Onder ‘Als een werknemer na het bereiken van de AOW-leeftijd doorwerkt’ stond dat u nog recht hebt op het LIV in het aangiftetijdvak waarin de werknemer de AOW-leeftijd bereikt. Dit was niet helemaal juist. Want dit geldt niet als de werknemer de AOW-leeftijd bereikt op de 1e dag van het aangiftetijdvak. De Belastingdienst heeft dit aangepast. |