
In een Nota naar aanleiding van het verslag wordt ingegaan op het wetsvoorstel harmonisering instrumenten Participatiewet. Kern van het wetsvoorstel is een uniforme no-riskpolis via UWV en een gelijke mobiliteitsbonus van € 1.800 per jaar voor de gehele doelgroep van de banenafspraak. De beoogde ingangsdatum van de wet is 1 januari 2016.
In het wetsvoorstel is voorzien in harmonisatie van de no-riskpolis en de mobiliteitsbonus voor de huidige doelgroep van de banenafspraak. Dit betreft Wajongers, mensen met een WIW/ID-baan, mensen met een Wsw-indicatie en mensen uit de Participatiewet die minder dan het wettelijk minimumloon (WML) kunnen verdienen.
Ook borgt dit wetsvoorstel dat werkgevers worden gevrijwaard tegen hogere lasten op grond van de Werkhervattingskas wegens ZW-lasten en lasten op grond van de Werkhervattingsregeling Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA) van hun werknemers als zij eerder een no-riskpolis van UWV bij ziekte hebben gehad. Deze vrijwaring was al geregeld in de Invoeringswet Participatiewet voor de situatie waarin de gemeente een no-riskpolis zou verstrekken. Deze vrijwaring voor hogere ZW/WGA-lasten geldt ook ingeval het een dienstbetrekking in het kader van de voorziening beschut werk betreft.
No-riskpolis
Wat betreft de no-riskpolis is in het wetsvoorstel al bepaald dat de uniforme no-riskpolis via UWV met ingang van 1 januari 2016 geldt voor een werkgever die iemand in 2015 of daarna in dienst heeft genomen. Het wetsvoorstel sluit daarmee aan op de tijdelijke regeling van VNG en UWV in 2015 voor een tijdelijke regeling no-riskpolis, vooruitlopend op dit wetsvoorstel.
Mobiliteitsbonus
Voor Wajongers kunnen werkgevers nu maximaal drie jaar een mobiliteitsbonus krijgen van maximaal € 7.000 per jaar. Het maximum bedraagt € 3.500 voor Wajongers die met loondispensatie werken. Voor de gemeentelijke doelgroep van de banenafspraak is op dit moment geen mobiliteitsbonus voor werkgevers beschikbaar.
Met dit wetsvoorstel wordt de mobiliteitsbonus die een werkgever kan ontvangen voor alle Wajongers met ingang van 1 januari 2016 verlaagd naar € 1.800 en komt de werkgever bij het in dienst nemen van iemand uit de gemeentelijk doelgroep van de banenafspraak ook in aanmerking voor een mobiliteitsbonus van € 1.800.
De regering verwacht niet dat door deze verlaging het gebruik van de mobiliteitsbonus voor Wajongers zal dalen. Voor werkgevers gaat het nog steeds om een substantiële besparing op de arbeidskosten van Wajongers.
Voor de goede orde merkt de regering op dat de harmonisering van de mobiliteitsbonus op grond van dit wetsvoorstel gevolgen heeft voor werkgevers die korter dan drie jaar geleden een Wajongere in dienst hebben genomen. Met het wetsvoorstel wordt de mobiliteitsbonus met ingang van 1 januari 2016 voor bestaande gevallen verlaagd naar € 1.800 per jaar.
Loonkostensubsidie
De werkgever die iemand uit de doelgroep banenafspraak in dienst neemt ontvangt dus een mobiliteitsbonus van € 1800 per jaar (maximaal drie jaar). Dit komt in de huidige systematiek neer op een premiekorting voor de werkgever op de premies werknemersverzekeringen. Als gevolg van dit wetsvoorstel kan het voorkomen dat een werkgever die iemand uit de doelgroep banenafspraak in dienst neemt zowel in aanmerking kan komen voor een loonkostensubsidie als voor een mobiliteitsbonus. Dit staat echter los van de beloning voor de werknemer.
De werkgever is te allen tijde verplicht de werknemer te betalen volgens het cao-loon of tenminste het WML. Wanneer de werknemer tot de doelgroep van de Participatiewet behoort en verminderd productief is kan de gemeente het instrument loonkostensubsidie inzetten.
De loonkostensubsidie heeft ten doel om de werkgever te compenseren voor de verminderde productiviteit van de werknemer, dit binnen de wettelijke kaders van de Participatiewet. Op grond van dit wetsvoorstel kan de werkgever daarnaast, als extra stimulans, maximaal drie jaar lang profiteren van de mobiliteitsbonus van € 1.800 per jaar als de werknemer tot de doelgroep banenafspraak behoort.
Klik hier voor meer informatie